info@bodemenwaterflevoland.nl

Door de bodem het water zien

28-02-2017

Door de bodem het water zien

Dit artikel is geschreven voor het digitale blad Watergovernance Bodem en Grondwater (2017).

Om opgaven in het watersysteem (kwantitatief en kwalitatief) het hoofd te bieden, zet Flevoland in op een bewustwording en zelfsturing van duurzaam bodembeheer door de agrarische sector. In dit bodembeheer kunnen we de ondernemer ontmoeten en motiveren omdat duurzaam bodembeheer het bedrijf versterkt. Om dit te bereiken werken partijen in Flevoland samen onder de vlag van het “Actieplan Bodem en Water”.

Het leidend principe daarbij is: het initiatief komt vanuit de ondernemer daartoe geïnspireerd door kennisontwikkeling, dichtbij huis, in de kuil, op het erf en door deelname van de jonge boeren in opleiding. De stap van weten naar bewegen gaat niet van zelf. Het bewust toepassen van psychologische mechanismen kan hierbij helpen. Sector, gebiedspartijen, kennisinstellingen en overheden sturen op dit principe en zetten hun middelen daarop in.

Water via bodem
Goed bodembeheer zorgt voor waterconservering in de bodem en schoon oppervlaktewater. Voor de beperking van emissies (uit- en afspoeling) van landbouwgronden is een goede bodemstructuur met bodemleven belangrijk. Voldoende en dynamische organische stof is essentieel. Het houdt nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen (GMB) vast, helpt ze afbreken en door de grotere weerbaarheid tegen ziekten zijn er ook minder GBM nodig. Daarnaast is het belangrijk voor de bodemstructuur en het bodemleven. Binnen Flevoland is één van de vragen van agrariërs hoe ze hun organisch stofgehalte op peil kunnen houden of verbeteren binnen de context van de Flevolandse landbouw met intensieve bouwplannen met vele rooivruchten. Dit speelt vooral in de Noordoostpolder.

Daarnaast is in Flevoland het gehele areaal matig tot sterk gevoelig voor bodemverdichting. Meer dan de helft van de landbouwbodems is verdicht in de ondergrond. Bovenstaande wordt samengevat in de quote van een Flevolandse agrarische ondernemer die herkend wordt door vele collega’s:

“Hoewel mijn organische stof goed op peil is gebleven heb ik nu
dubbel zo veel PK nodig om een ploegschaar door de grond te trekken dan 20 jaar geleden”.

Actieplan Bodem en Water
Het Actieplan Bodem en Water (ABW) is in 2014 gestart als een samenwerkingsverband van LTO Flevoland, Waterschap Zuiderzeeland en de provincie Flevoland. Het Actieplan vormt daarmee de regionale uitwerking van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). Doel is het werken aan een gezond bodem en watersysteem als basis voor een gezonde, toekomstbestendige agrarische bedrijfsvoering. Hierbij staat de benadering via de bodem en de inzet op zelfsturend vermogen van de sector centraal in combinatie met de actieve participatie van de provincie naast het waterschap en de LTO. Door de samenwerking worden middelen van de individuele deelnemers gekoppeld aan de doelen van het ABW. Een Stuurgroep en Programmateam met leden van de drie partijen dragen het werk en voeren het uit. Voor LTO zijn dat lokale boeren. Het is een goed voorbeeld van zelforganisatie.

ABW kennisbijeenkomst Goede Bodem is goud voor gewas (september 2014)

Door in te zetten op kennisoverdracht en door projecten te initiëren of te stimuleren willen de partijen binnen het ABW een beweging op gang brengen. Om dat te bevorderen hanteert het ABW drie procescriteria voor haar werk:

  • een goed waterbeheer begint bij goed bodembeheer (integrale aanpak)
  • het initiatief voor verbeteringen vanuit de ondernemer laten komen
  • de focus leggen op alle ondernemers (van koploper naar peloton).

Afhankelijk van de vraag van initiatiefnemer draagt het Actieplan bij door activiteiten aan te jagen, kennis te delen, partijen te verbinden en financiering te vinden.

Kennis als basis
In de hoog opgeleide boerengemeenschap van de provincie Flevoland is er een continue behoefte aan nieuwe kennis en ideeën. Het ABW werkt vanuit het principe: kennis -> bewustwording -> actie. Deze acties kunnen ook weer bijdragen aan bewustwording en kennis.

Ondernemers uit de regio in gesprek

Vanaf het begin worden door het ABW bijeenkomsten georganiseerd over duurzaam bodem- en waterbeheer, zo mogelijk in samenwerking met andere partijen. Elke kennisactiviteit, bijvoorbeeld een bijeenkomst over organische stof, kan leiden tot actie en dat faciliteert het ABW. Wij zetten in op ontwikkeling van kennisnetwerken van ondernemers, waar mogelijk samen met andere partijen.

Uit deze kennisactiviteiten zijn er allerlei projecten ontstaan gedragen door ondernemers: Van biomassa (maaisel waterlopen) naar organische stof, Zicht op Bodemstructuur, Spaarwater (kennisontwikkeling systeemgerichte drainage voor vertragen bodemdaling), Erfemissiescans, Schoon erf Schone sloot, Pilot geitenmestopslag (samenwerking geitenhouders en akkerbouwers) en Samenwerking akkerbouw en veeteelt.

In die kennisontwikkeling speelt samenwerking met het onderwijs en onderzoekstinstellingen een belangrijke rol. Samenwerking met het onderwijs zorgt ervoor dat studenten meer inzicht krijgen in duurzaam bodembeheer en zich bewust worden van hun rol daarin als latere ondernemer. Daarnaast kan ingespeeld worden op praktijkgerichte vragen uit het gebied.

Samenwerking gebiedspartners en agrobedrijfsleven
Voor de uitvoering van projectactiviteiten maakt het ABW gebruik van gebiedspartners aangevuld met deskundigen. Een belangrijke partner daarin is het Flevolands Agrarisch Collectief (FAC) dat zichzelf hoge ambities stelt om ondernemers te motiveren en ondersteunen in innovaties en duurzaam bodem en waterbeheer. Zo rolt het FAC het ABW-project Zicht op de Bodemstructuur uit in Flevoland. Het ABW werkt tevens met het agrarische netwerk KAVB in een  integraal Gebiedsgericht project en Schoon erf, schone sloot.

De samenwerking met het agrobedrijfsleven wordt versterkt in de komende jaren, vanuit de overtuiging dat het toeleverend en afnemend bedrijfsleven een grote invloed heeft op het handelen van de agrariër. Deze samenwerking biedt bovendien de mogelijkheid om grote groepen ondernemers te bereiken. Duurzaam bodem- en waterbeheer moet het gesprek van het erf worden. Daarvoor organiseren het agro bedrijfsleven en ABW gezamenlijk kennisactiviteiten, die mogelijk weer kunnen leiden tot nieuwe projecten, kennisnetwerken en interventies: kennis en demonstratie, waarbij het agro bedrijfsleven een prominente rol vervult.

Het organiseren van zelfsturing
Het versterken van de zelfsturing is nodig om niet alleen de koplopers maar ook het peloton de gewenste beweging te laten maken. Als ondernemers (nieuwe) bodem- en waterbeheer maatregelen zelf selecteren, door ontwikkelen, uitproberen en aan elkaar doorgeven, is er de beste kans op continuïteit en een sneeuwbaleffect. Het ABW gaat daarvoor te rade bij sociale wetenschappers om dit proces te versterken zoals bestuurskundigen en omgevingspsychologen. (Van Dijk e.a. 215, 2016, Runhaar ea 2016). Hoe zorg je voor interactie tussen ondernemers, voor eigen initiatief, voor het inspireren van de grote groep, etc.? Er zijn meerdere zogenoemde psychologische mechanismen die het ABW daarbij toepast (Cialdini 2013, Thaler & Sunstein 2009):

  • Sociale Vergelijking: Dit mechanisme zet erop in dat ondernemers geïnspireerd raken door kennis te nemen van de resultaten van collega’s. Dit zien we terug in verschillende toepassingen zoals teelt registratie systemen (Unitip, Kringloopwijzer, e.d.). In het project Zicht op de Bodemstructuur worden agrariërs uitgenodigd om samen met de buur(t)man de bodemstructuur van elkaars grond te beoordelen. Zo wordt het het gesprek van het erf.
  • Zien is geloven: Verwant hiermee is ondernemers laten ervaren wat het voordeel van hun inzet kan zijn. Dit kan door een overzicht te maken van de baten (voor ondernemer en overheden) van goed bodembeheer of door boeren bij elkaar te laten kijken en de ervaringen van boeren te delen via storytelling.
  • Gemakkelijk maken: Ondernemers die inzetten op duurzaam bodem- en waterbeheer faciliteren door toepassingen mogelijk te maken die formeel niet kunnen (wet- en regelgeving). Hier gaat het erom dat overheden met Wet- en Regelgeving beter meebewegen met de behoefte van de ondernemer. Zo worden op verzoek van, en in samenwerking met boeren aan mogelijkheden verkend om geitenmest in het veld op te slaan en een werkbare manier te vinden om snel de spuit schoon te maken na gebruik in het gewas.
  • Groepsbenadering: Als je zichtbaar kunt maken dat de groep als geheel het verschil kan maken, benader je individuele ondernemers met de motivatie: als jij meedoet, doen de anderen ook mee. Hiermee kun je het dilemma van de Tragedy of the commons doorbreken. Waterkwaliteit is zo’n onderwerp daarvoor. ABW past dit toe in een gebiedsgericht project.
  • Wederkerigheid: Ondernemers in beweging brengen in ruil voor “een deal”. Een voorbeeld daarvan is de landelijke actie van Waterschappen (ook in Flevoland) om slootmaaisel in te zetten voor versterking van organische stof voorziening van de bodem. Daarbij leveren waterschappen ook grondstoffen voor een goede omzetting van het maaisel.

Het (bewust) inzetten van psychologische mechanismen voor het halen van doelen op het gebied van bodem en water is relatief nieuw. Hier liggen verschillende kansen om ook vanuit de wetenschap bij te dragen aan vernieuwingen in de sturing van duurzaam bodem- en waterbeheer.

Meetbare resultaten als achilleshiel?
De samenwerking binnen het Actieplan loopt nu drie jaar. De drie initiatiefnemers zijn enthousiast over de onderlinge samenwerking, de kennis die is uitgewisseld, de gesprekken die op gang zijn gebracht en de projecten die zijn geïnitieerd. Er zijn ook kritische vragen vanuit de gekozen besturen. Die gaan vooral over “echte” resultaten. In welke mate wordt de bodem nu duurzamer gebruikt dan drie jaar geleden en in welke mate zien we de inspanning binnen het ABW terug in een verbeterde waterkwaliteit? En als die resultaten nu nog niet zichtbaar zijn, wanneer zijn die dan wel te verwachten?

Deze vragen zijn niet eenvoudig te beantwoorden. Veranderingen in het bodem en watersysteem zijn per definitie traag. Vooralsnog is er dan ook nog geen trendmatige verbetering te zien in de waterkwaliteit. En verbeteringen in het bodemsysteem vragen mogelijk nog een langere tijd. Daarbij komt ook nog dat gedrag niet van vandaag op morgen verandert. Kortom, een meetbare verandering vraagt tijd. Voor het Actieplan ligt er een uitdaging om het programma en de energie die er in gestopt wordt vol te houden en het (bestuurlijk) draagvlak overeind te houden.

De aanpak via een gebiedspilot waarin intensief wordt gemeten en samengewerkt met een kleine groep boeren kan hierin een essentiële schakel vormen. Door op een klein schaalniveau te laten zien dat er wel degelijk resultaten bereikt kunnen worden in gedragsverandering en acties van boeren en het monitoren van effecten, blijft het draagvlak overeind en worden overheden en boeren geïnspireerd om door te gaan op de ingeslagen weg.

Samenwerking met Aeres Hogeschool Dronten
De provincie is een 4-jarige samenwerking aangegaan met het lectoraat Duurzaam Bodembeheer van Aeres Hogeschool Dronten. Studenten krijgen daardoor meer inzicht in duurzaam bodembeheer en hun rol daarin als latere ondernemer. Door de samenhang tussen bodem en water is de focus van het lectoraat ook op het waterbeheer van agrarische percelen gericht. Het lectoraat heeft een centrale rol binnen het te versterken netwerk voor uitwisseling van kennis tussen onderzoek, onderwijs, praktijk en ketenpartijen.

Studenten doen onderzoek

Onderdeel hiervan is een koppeling van studenten (en docenten/onderzoekers) aan praktijknetwerken en ABW-projecten voor monitoring en ondersteuning. Vanuit diverse bodemkundige lesmodules krijgen de studenten opdracht om de geleerde vaardigheden toe te passen bij de bedrijven, zoals het meten van bodemparameters en het gebruik van nieuwe (digitale) tools. Met deze resultaten en ervaringen kunnen de studenten constructief bijdragen aan de netwerkbijeenkomsten en ervaren ze wat de meerwaarde is van hun kennis en vaardigheden. Aeres Hogeschool verzamelt jaarlijks de gegevens en bouwt een database op. Analyse van deze data maakt het vervolgens mogelijk om trends te signaleren over de jaren heen als gevolg van bodemverbeterende maatregelen.

Daarnaast geeft het lectoraat invulling aan een praktijkgerichte onderzoeksagenda – met docenten en studenten – over onderwerpen zoals bodemdaling, bodemverdichting, organisch stofbeheer en bodembiodiversiteit. Dit wordt opgepakt in consortia met het bedrijfsleven en andere kennisinstellingen. De opgedane kennis en onderzoeksresultaten worden vervolgens weer ingebed in het lesprogramma en doorgegeven aan de praktijk.

Foto Zicht op de Bodemstructuur

Project Zicht op de Bodemstructuur
Het project Zicht op de Bodemstructuur is ontstaan vanuit ondernemers die leren om zelf hun bodemkwaliteit te lezen. In de zelf gegraven kuil leren agrariërs/buur(t)mannen van de bodem én van elkaar. Vervolgens vertalen zij die naar goede bodembeheermaatregelen in hun eigen specifieke bedrijfssituatie.

Een belangrijk principe binnen het project is het buur(t)manschap principe: Dit stimuleert een olievlekwerking en wordt als zeer stimulerend ervaren. “Je ziet heel veel bij elkaar, dat is erg leerzaam.” “Het voordeel van een duo is dat je er met elkaar over kan praten en kijken of je samen tot een conclusie kan komen.”

Er is een handzaam Veldboekje Bodemconditiescore ontwikkeld, toegespitst op de Flevolandse bodems. Aan de hand van foto’s zijn alle facetten van de bodem- opbouw, structuur, bodemleven, beworteling, storende lagen, ontwatering – verbeeld. Experts geven ondersteuning, zowel in groepsverband als individueel. Het blijft maatwerk per bedrijf. “Wat bij je buurman goed werkt, wil niet direct zeggen dat het voor jou ook de oplossing is. Het moet bij je bedrijf, je bouwplan en bij je als persoon passen!” Het project gaat uit van het zelflerend – en dus zelfsturend - vermogen van de boeren. Inmiddels zijn de loonwerkers aangehaakt bij dit project via hun branche organisatie Cumela. Dit is een voorbeeld hoe het agro bedrijfsleven nauwer wordt betrokken bij de doelen van het ABW.

In enkele gebieden binnen de Noordoostpolder zijn er hardnekkige normoverschrijdingen voor gewasbeschermingsmiddelen. Jammer voor de ondernemer die zijn middelen onvoldoende benut (of kan benutten) en jammer voor de omgeving. Binnen één van deze gebieden is nu een gebiedsgericht project gestart om na te gaan in hoeverre wij via de Groepsbenadering alle ondernemers kunnen motiveren om emissies terug te dringen. Het gaat om drie pijlers:

  1. geïntegreerde gewasbescherming
  2. erfemissie (korte termijn)
  3. verbetering van bodemkwaliteit (organische stof en structuur).

Na de eerste gebiedsbijeenkomst en de eerste huiskamergesprekken is 70% van ondernemers (grondeigenaren en –gebruikers) bereid om deel te nemen aan het project.

>>Door de bodem het water zien

Heeft u een vraag?

neem contact op