info@bodemenwaterflevoland.nl

Hier moesten koeien komen

Bij de uitgifte van kavels had de Rijksdienst het al gezien; op deze plek moesten gras en koeien komen. De grond rondom de Onderduikerstocht in de Noordoostpolder was volgens de kenners niet geschikt voor akkerbouw. ‘Mijn vader is hier begonnen als pionier,’ vertelt Gerard Slootman. ‘Via loting kwam hij terecht op deze kavel van 24 hectare. Het houden van koeien zorgde ervoor dat er verplicht 2/6 grasland was. De eigen mest kon er op en zo bleef de bodem op peil.’

Op de akker Demonstratie Tocht Veld in bloei Onderduikerstocht

Gerard en zijn vrouw Marie-Carien denken er nu wat anders over dan de Rijksdienst toen. ‘Op deze grond kan je alles doen als je er maar netjes op past.’ Hij heeft daarom naast bollen en akkerbouw ook grasland in zijn bouwplan opgenomen. ‘De kavel moet wel kunnen rusten.’ Het waterbufferend vermogen en groeikracht van de grond blijft op deze plek in de polder een groot aandachtspunt. Ook voor zijn ‘buren’ aan de Onderduikerstocht. Want dat de grond moeilijk is, is terug te zien aan de kwaliteit van het water in de tocht. De ondernemers werken hier niet anders dan elders. Dus wat is de reden? Is het de bodem, de structuur of de organische stof? Die vragen stellen een aantal buren inmiddels in de pilot ‘Onderduikerstocht’, die onder de vlag van het Actieplan Bodem en Water (ABW) wordt uitgevoerd.

Beregenen uit de tocht

In deze pilot onderzoeken betrokkenen hoe ze de gebiedskwaliteit blijvend kunnen verbeteren. Het doel is om duurzame landbouw te versterken, emissie te verminderen en de bodem te verbeteren. Samen met de ondernemers. Zoals de jonge boer Reinier Straatsma, die op dit moment de switch naar biologisch maakt en graag uit de tocht wil kunnen beregenen. ‘Ik was al een tijd bezig met het verbeteren van het bodemleven. Ik gebruikte geen kunstmest meer en uiteindelijk kwam het er op neer dat ik net zo goed biologisch kon gaan,’ vertelt hij. ‘Mijn bedrijf is niet zo groot dus het is voor mij ook financieel interessanter.’ Reinier is een van de weinigen die de overstap waagt. ‘In onze hoek wordt het niet veel gedaan. Het is echt een onkruidgrondje dus je moet er bovenop zitten.’

Werkzame alternatieven

Ook boer Willem Homan is betrokken bij de pilot. ‘Iedereen is hier met water bezig,’ vertelt hij. ‘In het verleden werd door de overheid om de 8 meter gedraineerd. Door intensivering doen we dat nu om de 2 meter of zelfs elke meter. Het zou goed zijn als alle boeren lid werden van een volkstuinvereniging. Daar komen geen trekkers, die grond is zo mooi… daar kunnen we veel van leren.’ Gerard Slootman sluit daarbij aan: ‘De beste grond zit in de slootkant, want daar komt geen trekker.’ Binnen de pilot dringt Homan aan op haalbaarheid. ‘We kunnen met z’n allen vreselijk ons best doen om alternatieven te krijgen, maar het moet wel werkbaar zijn.’

Praten en kuilen graven

Na een startbijeenkomst zijn er veel gesprekken gevoerd rondom de keukentafel. Over de gewasbeschermingsmiddelen die gevonden werden. Over het gebruik van die middelen. En over de zogenaamde emissieroutes, oftewel de wegen waarlangs het in de tocht terecht kan komen. Ook zijn er 12 betrokkenen inmiddels gestart met het graven van profielkuilen binnen de bodempijler van de pilot Onderduikerstocht van het ABW. Op het gebied van bodem nemen telers al veel maatregelen en ze kijken hoe het nog beter kan. Er zijn nog wel emissieroutes van perceel en erf, dus daar is winst te behalen. Betrokkenen bij de pilot hebben echter niet de illusie dat ze naar 0 teruggaan, maar doen wel hun ‘stinkende best’.

>>Hier moesten koeien komen

Heeft u een vraag?

neem contact op