'Verantwoordelijkheid voelen en nemen'
Wat begon met een keukentafelgesprek, resulteerde in profielkuilen graven, emissieroutes bestuderen, monsters uit de spuitmachine tappen en greppels graven. Akkerbouwer Corné Schouten is enthousiast deelnemer in de pilot Onderduikerstocht in de Noordoostpolder. ‘Er komen dingen naar boven, maar niet altijd wat je verwacht had,’ zegt hij over de bevindingen tot nu toe.
‘Ik heb 30 hectare bij huis en huur op een andere plek nog 4,5 hectare bij,’ vertelt Corné. ‘Ik vermeerder aardappelen en teel jong pootgoed voor pootgoedtelers. Daarbij doe ik nog wat zaaiuien, suikerbieten, granen en verhuur ik een stuk voor tulpenland.’ Zijn bedrijf ligt aan de Onderduikerstocht. Het is een bedrijf met toekomst en daarom voelt en neemt Corné de verantwoordelijkheid om in deze pilot te werken aan de bodemkwaliteit en het oppervlaktewater. In de pilot onderzoekt hij, samen met buren en experts, hoe de gebiedskwaliteit aan de tocht blijvend verbeterd kunnen worden. Het doel is om duurzame landbouw te versterken, emissie te verminderen en de bodem te verbeteren.
Zaakjes op orde
Hoewel Corné zelf bedrijfsmatig niet direct voordeel heeft bij een schone tocht – hij gebruikt vooral bronwater voor zijn pootgoed – doet hij aan alle onderdelen van de pilot mee. ‘Er wordt over gesproken en je wordt er misschien op aangekeken, terwijl je er niets aan kunt doen,’ legt hij uit. Zelf had en heeft hij de overtuiging dat de agrariërs rondom de tocht de zaakjes goed op orde hebben. ‘Het is fijn om er met elkaar én de overheid samen in te kunnen duiken en om op bepaalde punten de bevestiging te krijgen dat je het goed doet.’
Ploeg aan de kant niet altijd de beste optie
Door profielkuilen te graven krijgen deelnemers inzicht in hun eigen bodem. Corné bekeek niet alleen de bodem van zijn akkers, maar ook van een stukje weide voor zijn huis. ‘Op dat stukje weide is al 17 jaar niets gedaan en ook die bodem was verdicht. Dat is een nieuw inzicht, in ieder geval voor de grond hier. Deze bodem heeft misschien toch wat bewerking nodig. De ploeg aan de kant gooien is hier misschien wel helemaal geen optie.’
Sorteergrond op ‘t erf
Lekken, morsen, regen… het zijn de eerste dingen waar je aan denkt als het gaat om erfafspoeling. Dat de sorteergrond die in de winter vrij komt ook wel eens van invloed kon zijn, dat was nieuw voor Corné. ‘De aardappels blijven de winter in de schuur en worden in maart gesorteerd op het erf. De droge, stoffige grond wordt buiten op een bult gekruid. Door regen kwam dit vervolgens in de erfput. In de toekomst moeten we dit voorkomen, misschien kan het op de nieuwe afspuit plaats met filters’.
Monsters uit de spuit
Bij de monsters uit de spuitmachine, waarbij na het spoelen het laatste restje afgetapt en onderzocht werd, werden vooral sporen van middelen uit het vorige jaar gevonden. In heel kleine concentraties. ‘De vloeistof die ik tapte was nog geel,’ vertelt Corné. ‘Dus ik had verwacht dat de middelen die er vlak daarvoor in hebben gezeten op het lijstje zouden verschijnen, maar die waren juist verdwenen. De gele kleur was alleen maar kleurstof, terwijl je zelf denkt dat de machine nog niet schoon is.’ Zonder de pilot had Corné niet snel de moeite genomen om monsters uit zijn spuit te laten controleren. ‘Dat is het voordeel van meedraaien in een pilot… zo’n onderzoek naar je spuitmachine doe je niet snel. Het is veel gedoe en kost geld. Op deze manier kan je dat toch een keer doen.’
Greppel met compost
‘Greppelen doe ik zelf ook,’ zegt Corné. Maar dit jaar hebben studenten twee greppels gegraven op zijn aardappelperceel. Een traditionele en één gevuld met compost. Dertig centimeter diep. De hoop is dat de compost de werkzame stoffen bindt als filter. Hoewel de eerste metingen van de greppels binnen zijn, is het nog te vroeg om conclusies te trekken. ‘Ik ben erg benieuwd wat hier uit zal komen,’ zegt Corné tot slot.