Praktijknetwerk Bloembollenteelt Flevoland werkt aan vergroening van de teelt
17-12-2024
In de zomer van 2024 is het Praktijknetwerk Bloembollenteelt opgericht. Hierin werken bloembollentelers in Flevoland aan de vergroening van tulpen en lelies. Om zo beter tegemoet te komen aan de wensen vanuit de samenleving. Het doel van het netwerk is kennisdelen en pilots opzetten. Mede-initiatiefneemster Marja Hoorweg: “Ik vind het interessant om alle aanknopingspunten in beeld te brengen én nieuwe richtingen samen met de telers te verkennen. Daar ben ik echt nieuwsgierig naar.”
Zichtbaar aan de slag voor verbetering
Marja: “Mijn man is bloembollenteler. Ik zie dat de bloembollentelers in Flevoland continu werken aan het optimaliseren van de teelt. De laatste tijd staat onze sector helaas ter discussie vanwege het middelengebruik. Samen met een aantal telers hebben we de koppen bij elkaar gestoken en we willen met het praktijknetwerk versneld en op een transparante manier verkennen hoe we kunnen komen tot het verder vergroenen van de teelt.
De samenwerking met akkerbouw en melkveehouderij is cruciaal
Binnen het praktijknetwerk willen we alle kennis die er is samenbrengen. En actief op zoek gaan naar nieuwe kennis. We hebben binnen het netwerk budget om deskundigen hier bij te betrekken en om pilots op te zetten. We richten ons niet alleen op de bloembollentelers, juist de samenwerking met akkerbouwers en melkveehouders is relevant. Want in Flevoland staat de bollensector niet op zichzelf, de verwevenheid met de akkerbouw en melkveehouderij is groot,” zegt Marja. De speerpunten van het Praktijknetwerk zijn het weerbaarder maken van gewassen, het verbeteren van de bodemstructuur, het verbeteren van de biodiversiteit en het bodemleven. Een flinke scope, maar alles grijpt in elkaar volgens Marja. “Ook beogen we met de kennis en inzichten die we verkrijgen uit het praktijknetwerk dat het middelengebruik en de emissie vermindert.
Hoe gaat het Praktijknetwerk te werk?
Het Praktijknetwerk betrekt zoveel mogelijk telers en adviseurs in het gebied. In Flevoland zijn zo’n 50 gevestigde bloembollentelers, vooral in de Noordoostpolder. Daarnaast worden er veel tulpen geteeld door bedrijven uit Noord-Holland die meedraaien in de bouwplannen van akkerbouwers en melkveehouders in Flevoland. Ook zij zijn een belangrijke doelgroep. Zij brengen andere kennis met zich mee en wij willen hen graag actief betrekken bij waar wij in Flevoland mee bezig zijn. Vanuit het netwerk organiseren we brainstorms en huren we expertise in om te verdiepen. Ook doen we mee aan het project Zicht op de Bodemstructuur, om door te kijken naar de bodem te zien wat er gebeurt. Met daarin de centrale vraag: “hoe kunnen we de bodem verbeteren voor zowel de eigen teelten als voor het volggewas.”
Welke inzichten zijn al verkregen?
Een belangrijk inzicht dat we verkregen hebben is dat we meer aandacht willen besteden aan onze plek in het bouwplan en onze bijdrage aan de vruchtwisseling. We weten al dat de teelt van lelies helpt bij het terugbrengen van het chitwoodi aaltje, dat schadelijk is voor aardappelen. Ook in de akkerbouw wordt het middelenpakket teruggebracht, waardoor een voldoende ruime en slim gekozen vruchtwisseling van groter belang wordt bij het voorkomen van ziekten en plagen. Ook interessant is de functie van de bollenteelt in relatie tot de biodiversiteit. Marja: “Tulpen en lelies bieden een belangrijke broedplek voor vogels in het agrarisch gebied. Omdat er in lelie- en tulpenvelden rondom de broedperiode geen grondbewerkingen meer plaatsvinden, krijgen bodembroedende vogels zoals de gele kwikstaart, de veldleeuwerik, de scholekster en de kievit de kans om hun nestje uit te broeden. We willen graag weten of we de leefomgeving voor deze vogels nog verder kunnen verbeteren, zodat we daarmee een positieve bijdrage kunnen leveren aan de instandhouding van deze populaties.
“We staan nog maar aan het begin, maar de betrokkenheid van de telers is groot. Samen met deskundigen gaan we aan de slag. We staan open voor suggesties en ideeën. Er is geen uitgestippelde route, maar wel heel duidelijk draagvlak en dat is bodem voor samenwerking.” aldus Marja.
Mogelijk gemaakt met subsidie
Het Praktijknetwerk Bloembollenteelt wordt mede mogelijk gemaakt door het Actieplan Bodem en Water, via een GLB-subsidie van Provincie Flevoland. Deze subsidie is toegewezen voor de komende 3 jaar. Goed nieuws! Dat betekent dat er ruimte is om te onderzoeken en kennis te delen. In totaal gaat het om 200.000 euro, waarvan 40.000 euro door de sector zelf wordt betaald.