Aanpak 'boeren leren van boeren' sleutel tot succes
10-07-2020
Het Actieplan Bodem en Water Flevoland (ABW) is de afgelopen jaren succesvol geweest in het verbinden van kennis en handelen bij agrarische ondernemers. Dit blijkt uit de onafhankelijke evaluatie van het programma waarin de sector via LTO Noord samen met de provincie Flevoland en waterschap Zuiderzeeland werkt aan duurzame landbouw, bodembeheer en waterkwaliteit. Met buurtgenoten werken ondernemers aan bodemkwaliteit en kiezen maatregelen om die te verbeteren. Deze ‘boeren leren van boeren’ aanpak is volgens de evaluatie voorwaarde voor en sleutel tot een groter bereik en effectiviteit van het programma.
Via kennis en bewustzijn naar handelen, dat is al sinds de start in 2014 de strategie van het ABW. Daarbij werkt het programma vanuit de vraag van de ondernemer, waardoor er aansluiting is op het handelingsperspectief van diezelfde ondernemer. ‘Boeren leren van boeren’ wordt hierbij succesvol toegepast. Mooie voorbeelden zijn het project ‘Zicht op de bodemstructuur’, waarbij buur(t)mannen samen profielkuilen graven om de bodem te beoordelen. Of de gebiedsgerichte pilot rondom de Onderduikerstocht in de Noordoostpolder. Ondernemers nemen daar samen de verantwoordelijkheid om de waterkwaliteit van die tocht te verbeteren. Uit de evaluatie blijkt dat agrariërs die hebben deelgenomen in ABW-projecten enthousiast zijn en meer hebben geïnvesteerd in bodem en water dan een vergelijkbare groep ondernemers die niet heeft deelgenomen.
Piet Boer: “In de afgelopen 6 jaar is veel inzicht, kennis en ervaring opgedaan.
Het is nu belangrijk om dit actief en sectorbreed in te zetten om een
noodzakelijke verbetering van de waterkwaliteit te realiseren.”
Breed draagvlak en vertrouwen; toename van kennis en handelingsperspectief
Uit de evaluatie blijkt dat ongeveer 30 procent van alle agrarisch ondernemers heeft deelgenomen aan activiteiten. Variërend van de Kennisdag Bodem en Water, die dit jaar haar derde editie beleefde, tot kleinere demonstratiebijeenkomsten en concrete projecten op de akkers. De groei die het aantal ABW-activiteiten heeft doorgemaakt de afgelopen jaren, is ontstaan dankzij een grote betrokkenheid van en samenwerking tussen de deelnemende partijen, zoals de verschillende agrarische netwerken. De betrokkenheid van het agro bedrijfsleven is vrij klein en vraagt meer inspanningen voor de toekomst.
Cora Smelik: “De provincie is onder de indruk van de inspirerende
voorbeelden die nuttig zijn voor zowel de boer als de voor de samenleving.
We willen samen met de sector sturing geven aan het vergroten van dit
succes door het vinden van een goede balans tussen stimuleren en aanspreken.”
Effectiviteit specifiek meten
Belangrijk aandachtspunt is het bepalen van de effectiviteit van de ABW inspanningen. Vaak ontbreekt voldoende data daarvoor. Een uitzondering daarop zijn de periodieke gegevens over waterkwaliteit. Daar is echter (nog) geen verbetering in te zien. Eén van de conclusies van de evaluatie is dan ook: formuleer en evalueer de doelen en te realiseren effecten specifieker.
Arnold Michielsen: “We moeten de afspraken specifieker maken met gebieden
en/of teelten waar extra inspanningen nodig zijn. Bevestig ook dat velen
het al goed doen!”
Het goede behouden
Ondernemers willen de komende jaren verder met onderwerpen als bodemkwaliteit, erfinrichting en aanpassen van spuittechnieken. De evaluatie geeft als aanbeveling om hierbij door te gaan op de ingeslagen weg van gebiedsgericht werken of thema/teelt gericht. Het ABW moet volgens de evaluatie het goede behouden, zoals het actiegerichte, de brede samenwerking en het vertrouwen. Daarbij moet het programma invulling geven aan een Flevolands eigen strategie voor kringlooplandbouw. En tegelijkertijd de effectiviteit van acties meetbaar maken en een grotere groep agrariërs bereiken. Dat vraagt inspanningen van de sector als geheel.